My 1 year of solitude: wat ik heb geleerd van een jaar lang social mediastilte

Het begon met MySpace, waar ik toen als dertienjarige weinig van begreep en Tom from MySpace de enige was die mij berichten stuurde. Toen kwam MSN Messenger, en kon ik niet wachten om na school meteen weer achter de computer te zitten en met de mensen te chatten die ik nog geen half uur geleden nog had gezien. Al snel volgde Facebook, omdat mijn nicht in Indonesië mij via de mail uitnodigde om een account aan te maken zodat ze op de hoogte kon blijven van wat ik allemaal in Nederland uitspookte. Daarna had iedereen op de middelbare school ineens Hyves, iets dat mij in de oren klonk als een soa en het er naar mijn mening ook zo uitzag vanwege de high degree of tackiness. Met trots kan ik je daarom vertellen dat ik nooit een Hyves-account heb gehad. Fast forward naar anno nu en we leven in een wereld waar social media ondenkbaar is en Facebook alles ownt van Whatsapp tot Instagram aan toe. Wat ownt Facebook nog meer? je adres, je foto’s, bezochte locaties, en zowat alles wat je vrijwillig uit jouw leven deelt met God mag weten wie of wat. What’s next? Je ziel?

Et c’est comme ça qu’on s’aime

Kritiek op social media en hoe ze leiden tot onze ondergang is er voldoende. En we zijn er ook voldoende van bewust. Luister en bekijk de clip van Stromae’s nummer Carmen eens en vertel me dat dit je niet raakt of op z’n minst aan het denken zet. Vooral de zin “Et c’est comme ça qu’on s’aime” (En dat is hoe we van elkaar houden) sprak me aan, omdat dit een duidelijke veroordeling is naar hoe oppervlakkig en betekenisloos veel relaties zijn geworden met de opkomst van social media, die gek genoeg bedoeld waren om te helpen relaties te onderhouden. Met andere woorden zegt Stromae volgens mij dat we het alleen maar voor de likes en follows doen. En dat we er uiteindelijk toch voor op zullen draaien. Vooral de laatste scène van de clip spreekt boekdelen.

Het hoeft natuurlijk helemaal niet zo dystopisch te zijn. Er zijn genoeg mensen die niet elke dag op hun smartphone Facebook of Whatsapp of elk ander social medium afstruinen als zombies in een post apocalyptische (of pre apocalyptische) wereld, zoals Stromae zo grafisch beschrijft. Er zijn genoeg mensen die wel weten van ophouden.

Helaas behoorde ik niet tot die groep mensen. Het werd zelfs zo erg dat ik een keer mijn smartphone pakte om mijn agenda te checken, voor ik er erg in had Facebook opende en vervolgens vergat waarom ik ook alweer mijn smartphone in mijn handen had. Dat was voor mij de druppel. Dat, en die Black Mirror-episode Nosedive waarin Bryce Dallas Howard de rol van haar leven speelde in een dystopie niet zo ver van onze realiteit verwijderd, waar mensen via een soort social mediaplatform ratings kregen van anderen en op basis daarvan hun plek in de samenleving werd bepaald.

Er tussenuit knijpen

Toen besloot ik mijn social media accounts permanent te verwijderen op Whatsapp na, want dat had ik nodig voor werk, vertelde ik mezelf (en zeg nou zelf, als je nu geen Whatsapp hebt, hoe kun je dan aan anderen laten weten dat je nog leeft. Ik denk niet dat mensen nog bellen met een telefoon. Als je dat doet, dan ben je vast een #boomer). Daarmee doe ik de titel van deze blogpost misschien geen eer aan, maar voor mij beheerste vooral Facebook en Instagram mijn leven. Daarom was ik benieuwd naar hoe anders mijn leven zou zijn als ik deze twee vormen van social media niet langer had. Deze beslissing werd versterkt door het verlangen om mij af te zonderen van de mensen schuilend achter hun social mediaprofielen en mij goedbedoelende adviezen of snerende kritiek zouden geven naar aanleiding van mijn deelname aan de NTR-docuserie ‘Moslims zoals wij’ (waar ik weinig charmant to say the least een mede-deelnemer confronteerde op zijn gedrag en het snel escaleerde tot ugly cries aan toe, van mijn kant vooral).

Ook wilde ik mij afzonderen van de updates die moeders en vrouwen in blijde verwachting deelden, waarin werd gepronkt met foto’s van echo’s, babybumps, babymoons, babykleertjes en uiteraard, baby’s. Zelf zat ik toen middenin een hormoontraject, omdat ik werd gediagnosticeerd met PCOS, wat pretty much betekende dat zwanger worden niet vanzelfsprekend was voor mij. Tja, forgive me als ik dan geen zin had om oprecht mijn gelukswensen en blijheid uit te spreken voor degenen die wel zwanger raakten en foto’s van hun schattige baby’s te kijk zetten. Ik hoefde er niet steeds aan herinnerd te worden. Aan alle negatieve zwangerschapstesten die ik heb weggegooid (en het geld dat ik eraan had uitgegeven). De teleurstelling, de tranen, de eenzaamheid. Weg ermee. Ik moest er even tussenuit knijpen. Tot mijn grote verbazing, was het niet eens zo moeilijk. Eerst de Facebook- en Instagram-apps van mijn smartphone verwijderd, zodat ik er niet meer naar kon kijken als ik dat ding in mijn handen had. Daarna beide accounts permanent verwijderd. Weet je het zeker?, vroeg Facebook mij nog na. Ja, ik weet het echt heel zeker. Daaaag.

In plaats van het voeden van mijn ego, begon ik te zoeken naar manieren om mijn ziel te voeden.

En toen was het stil

Of ik na het verwijderen van mijn Facebook- en Instagram-accounts ontwenningsverschijnselen kreeg? Hardly. Spijt? Nee, ook niet. Het werd wel stiller in mijn hoofd. Eerst een stilte die veel weg heeft van rust en daarna kwam een knagende stilte. Een stilte die tot je doordringt. Niet zozeer omdat ik geen social media meer had, maar omdat ik werd geconfronteerd met de redenen waarom ik social media gebruikte. De likes. De views. De follows. Ik zeg je eerlijk, dat voelde wel echt goed. Het voelde als erkenning, dat ik werd gehoord en begrepen. Dat anderen mij zagen zoals ik ben en me ook nog leuk vonden, getuige van de hartjes en de duimpjes omhoog. Daar kickte ik op. Maar het voelde niet lang goed, want zodra het maximaal aantal likes of views of follows was bereikt, dan wist ik dat ik opnieuw moest posten en dat deze post beter moest zijn dan de vorige, want deze moest het max aantal likes wel kunnen opkrikken. En als ik zag dat mijn post dan toch niet zo geslaagd was in het aantal likes, maar een ander daar wel in slaagde, dan voelde ik mij slecht. Dan ging ik knitpicken op die ander, je weet wel, de slechte eigenschappen van een ander opzoeken om mezelf beter te voelen. Maar ook dat voelde niet lang goed. Het feit dat ik dat deed zegt natuurlijk alles over mij en niets over die ander. Dus wat heb ik hiervan geleerd? Dat ik mijn grote ego wilde voeden met de likes die ik kreeg op social media, maar uiteindelijk zelf geconsumeerd werd door datgene wat ik voedde. Pretty much wat Stromae in Carmen had afgebeeld aan het eind van de clip. Pretty sick, huh?

Na dit besef was het gelukkig niet moeilijk voor mij om een jaar lang van social media (nogmaals op Whatsapp na dus) weg te blijven. In plaats van het voeden van mijn ego, begon ik te zoeken naar manieren om mijn ziel te voeden. Ik leerde te genieten van de stilte, zowel de doordringende als de stille rust. Ik las, ik bad, ik at, ik breide (vrij intensief. G is for Granny), ik sprak af met vrienden, ik deed veel samen met mijn man. Ik raakte zwanger (tja, dat komt ervan :p). En toen ik zwanger raakte, had ik mezelf ervan overtuigd dat ik een vrouw die in mijn positie zat niet hetzelfde gevoel wilde geven als dat ik had toen ik moeite had met zwanger worden. Dus alles wat met mijn zwangerschap te maken had, had ik voor mezelf (and my closest friends) gehouden. En dat voelde heerlijk. Zoveel beter dan alle likes opgeteld mij ooit hebben laten voelen. Het heeft toch wel iets. Niet delen of ingaan op de drang om te delen voor vluchtige erkenning in de vorm van likes en de mooiste dingen lekker voor mezelf houden. Ik leerde ervan te genieten. Ik wist daarna ook zeker dat ik foto’s van mijn zoon niet op social media zou gaan delen (en als ik dat wil doen, dan nooit een foto waarop hij of zijn gezicht duidelijk is te zien). Dit doe ik onder andere om dezelfde reden dat ik anderen niet heb laten ‘meegenieten’ van mijn zwangerschap via social media.

Guess who’s back. Back again.

Omdat ik nu heb besloten voor mezelf te beginnen als freelance schrijver en blogger, wil ik graag dat mijn werk door zoveel mogelijk mensen wordt gelezen. Dat deze gedachten en hersenspinsels, waar ik uren (neen, dagen) voor heb genomen om te tikken ook ergens toe leiden. Hoe ik het wend of keer, kom ik dan toch weer uit op social media. Ik ontkom er niet aan. Noem het gerust een haat-liefderelatie. Eerlijk gezegd ben ik wel enigszins gekrenkt door de noodzaak voor een #instacomeback, omdat ik dan toch weer in de mallemolen moet meedraaien en het ook wel doe voor de likes en follows. Maar gelukkig is er wel wat veranderd. Dankzij mijn jaar zonder social media, zie ik in dat ik kan leven zonder social media. En dat ik elders mijn behoefte voor voldoening en erkenning vandaan kan halen; namelijk bij mezelf en bij de mensen die mij als geen ander kennen. Het hebben van social media heeft voor mij nu een duurzame en heldere purpose, omdat ik daarmee mijn gedachten met andersdenkenden en gelijkgestemden wil delen. En we samen minder eenzaam kunnen zijn met onze gedachten. Ik omarm het feit dat ik gezien en gehoord wil worden, dit is inherent aan het mens-zijn. Maar gezien en gehoord worden, hoeft niet via social media. Het kan wel, maar het hoeft niet en zeker niet intensief. En als ik weer behoefte heb aan rust, dan zal ik de (social media)stilte weer opzoeken. De heerlijke stilte die mij helpt mezelf te definiëren.